Radicale theologie wordt ook wel theologie na de dood van God genoemd. Maar wat betekent dit eigenlijk? Hoe ziet een theologie eruit die over de dood van God gaat? In deze blog bespreken we een aantal kenmerken van de radicale theologie en ontmoeten we een paar denkers die met de radicale theologie verbonden zijn.
Zo sprak de dwaas: God is dood
In De Vrolijke Wetenschap verteld Friedrich Nietzsche (1844-1900) over de dwaas. De dwaas liep over de markt en vertelde de mensen om zich heen dat hij op zoek is naar God. De mensen vragen hem lachend wat God uitspookt en waarom hij niet te vinden is. Hierop antwoordt de dwaas dat God zoek is omdat hij dood is:
“Horen wij nog niets van het gedruis der doodgravers die God begraven hebben? Ruiken wij nog niets van de goddelijke ontbinding? – ook goden raken in ontbinding! God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood!”
Friedrich Nietzsche, De Vrolijke Wetenschap, 1882 (vertaald door P. Hawinkels)
Dit verhaal heeft vele reacties opgeleverd en is op verschillende manieren geïnterpreteerd. Deze blog gaat over een specifieke interpretatie die heeft geleid tot een beweging in de theologie waar de dood van God centraal staat. Deze beweging wordt ‘radicale theologie’ genoemd.
Radicale Theologie
Radicale theologie begon in de jaren 60 in Amerika. Na een iconische uitgave van Time Magazine over het onderwerp ontstond een discussie over de dood van God. De discussie was fel maar ook van korte duur en er werd steeds minder over het onderwerp geschreven. Na 2000 begint de interesse in radicale theologie weer te groeien. De God is dood beweging uit de jaren 60 inspireert steeds meer filosofen en theologen in de 21ste eeuw.

Een aantal kenmerken van radicale theologie
1. De Dood van God: wat wordt er mee bedoeld?
Ten eerste is het belangrijk om te benadrukken dat radicale theologen de ‘dood van God’ op verschillende manieren uitleggen. Zo zien William Hamilton (1924-2012) en Thomas J. J. Altizer (1927-2018) het als de letterlijke dood van God. Voor Altizer is de dood van God en de afname van religie noodzakelijk voor de opstanding van God. Peter Rollins (1973-) ziet God als alles waarvan we denken dat het de leegte vult die we ervaren (zie bijvoorbeeld The Idolatry of God).
Paul Tillich (1886-1965), zelf geen radicale theoloog maar wel een grote inspiratie bron van radicale theologie, zag God als het symbool voor onze ‘ultimate concern’ (zie mijn vorige blog voor een korte uitleg van dit concept). Als wordt vergeten dat het symbool doorverwijst naar iets anders dan sterft het symbool. Het ‘ultimate concern’ van Tillich is namelijk dynamisch van aard en kan niet bestudeerd worden als een object door een subject. Daarom zegt hij:
“Uit deze paradoxale situatie is het half-blasfemische en mythologische idee van het ‘bestaan van God’ ontstaan… Hierop is atheïsme het enige juiste religieuze en theologische antwoord.”
Paul Tillich. Theology of Culture, 1959
Dit is een citaat die John D. Caputo (1940-) graag gebruikt. Om dit kenmerk samen te vatten: radicale theologie is een theologie na de dood van God, maar wat er wordt bedoelt met de dood van God verschilt per denker.
2. De Secularisering van Theologie
De secularisering van theologie is een belangrijk aspect van radicale theologie. In de jaren 60 werden verschillende boeken geschreven waar er een poging werd gedaan om de religieuze en dogmatische taal van de theologie te vertalen naar een seculiere variant. Het werk van Rudolf Bultmann (1884-1976) was hiervoor een grote inspiratie. Bultmann wilde de theologie van het Nieuwe Testament ontdoen van haar verouderde mythologische karakter met het doel om de concepten te moderniseren. Voorbeelden van seculiere theologie zijn The Gospel of Christian Atheism van Altizer en The Secular Meaning of the Gospel van Paul van Buren (1924-1998). Het werk van Rollins is hier ook een goed voorbeeld van. Zijn eerste boek, How (Not) To Speak of God zit vol met religieuze termen terwijl zijn meest recente boek, The Divine Magician, vooral termen uit de filosofie en psychoanalyse gebruikt. Zijn boeken zijn dus steeds minder afhankelijk van traditionele theologische taal.
3. Het heilige als fenomeen
Radicale theologie is niet geïnteresseerd in het bestaan van God of de eigenschappen van God. Het is eerder geïnteresseerd in het heilige als fenomeen, waar het zich ook manifesteert. Dat de christelijke God dood is betekent namelijk niet dat het goddelijke niet op andere plekken te vinden is. Vooral kritische radicale theologen vragen zich af of dit wel goed is en zoeken naar God om te zorgen dat hij wel degelijk dood is en dood blijft. Dit is bijvoorbeeld de positie van William Hamilton in zijn boek On Taking God Out of the Dictionary (1974). Radicale theologie beschrijft en analyseert wat als heilig wordt beschouwt in bijvoorbeeld religie, cultuur, ethiek en in de politiek. Jeffrey W. Robbins (1972-) schrijft:
“Een betekenisvolle en relevante theologie kan nu alleen een theologie zijn die fenomenologisch nadenkt.”
Jeffrey W. Robbins, Radical Theology: A Vision for Change, 2016
Rollins ziet Los Angeles als een van de meest religieuze plekken op aarde. In Los Angeles wordt de belofte dat men de leegte die we ervaren kunnen vullen op elke hoek van elke straat verkondigt. Radicale theologie functioneert eerder als een methode dan een theologie met inhoud omdat het kiest voor een fenomenologische benadering.
4. Radicale Theologie als Kritische Methode
Ten slotte functioneert radicale theologie als een kritische methode. Het kan functioneren als een benadering die het heilige en beschrijvingen van het heilige kritisch analyseert. Een belangrijk concept hiervoor is het deconstructivisme van Jacque Derrida (1930-2004). Zo zegt Mark C. Taylor (1945-) bijvoorbeeld:
“Deconstructivisme is de ‘hermeneutiek’ van de dood van God.”
Mark C. Taylor, Erring: A Postmodern A/Theology,1984
De Weak Theology van Caputo richt zich op religieus spreken wat volgens hem te zeker, te krachtig en te bovennatuurlijk spreekt. Spreken over God kan alleen op een zwakke, poëtische manier. Hij gebruikt de filosofie van Derrida om dit aan te tonen. Caputo ziet het goddelijke als een stille stem die hoop geeft voor het onmogelijke. Het biedt een horizon die nooit te bereiken is maar waar we wel naar verlangen. Als we die stem proberen vast te leggen in concepten dan sterft het en hebben we het over de dood van God (zie zijn boek The Weakness of God).
Dit waren een aantal kenmerken van radicale theologie. Natuurlijk is de theologische beweging veel genuanceerder dan hoe het nu wordt neergezet. Van Buren zag zichzelf bijvoorbeeld niet eens als een radicale theoloog. Toch hoop ik dat ik een beeld van de beweging heb kunnen schetsen en dat je radicale theologie een beetje hebt kunnen leren kennen.
Resurrecting the Death of God is een behulpzame inleiding op radicale theologie en ook het Palgrave Handbook of Radical Theology biedt een duidelijk en informatief overzicht als je meer wilt lezen over deze stroming.